Dit is een paragraaf. Klik hier om je eigen tekst toe te voegen.
Hindernissen bij het aangaan van warme relaties

Duur: 24m28
Armoede als deel van superdiversiteit
Twee op de drie jongeren in Brussel hebben allochtone roots. “Als school moet je álle leerlingen in je klas aanspreken en hen voorbereiden op een superdiverse samenleving en arbeidsmarkt”, zegt socioloog Dirk Geldof. “Maar daar is nog werk aan.”
​
We denken bij diversiteit vaak aan etnische of religieuze diversiteit. Het cultuurverschil is namelijk iets dat meteen opvalt.
Wat we vaak vergeten is dat ook leerlingen die in armoede opgroeien, een andere cultuur met zich meedragen. Een cultuur is een gemeenschappelijke wereld van ervaringen, waarden en kennis, die een bepaalde sociale eenheid kenmerkt. Een cultuur wordt zichtbaar door de waarden, rituelen, helden en symbolen die gebruikt worden. Als we spreken over culturen mag je dit zeker niet vergeten.
We zijn geneigd om te denken dat er in onze cultuur geen taboes meer bestaan of dat ze in elk geval geen rol meer spelen.
Niets is echter minder waar. Wat taboe is, wordt bepaald door de culturele, religieuze of politieke context.
Het zijn onderwerpen waarover mensen moeilijk of niet in dialoog kunnen gaan.
Het schenden van een taboe in een bepaalde cultuur kan leiden tot schaamte, reputatieschade of sociale uitsluiting. Daarom proberen we het taboe geheim te houden.

In het televisieprogramma 'Taboe' van Philippe Geubels spreekt men met mensen in armoede over wat het taboe van armoede met hen doet.​
1. Waarover vind je het moeilijk om met je vrienden over te praten?
2. Wat is voor jou ooit een taboe geweest en nu niet meer?
3. Wat maakte het voor jou moeilijk of gemakkelijk om dat taboe te doorbreken? Welke factoren speelden daarbij een rol?
4. Hoe beïnvloedt een taboe jouw zelfbeeld en gedrag?
5. Welk impact heeft een taboe op het zelfbeeld van leerlingen en ouders als zij met een taboe leven? Aan wat merk je dat?​

​
We ervaren allemaal wel eens stress. De ene heeft er al meer last van dan de ander. Een leven leiden zonder stress is bijna niet mogelijk. Toch is er een groot verschil tussen occasionele stress en stress die zo intens en chronisch is dat het een invloed heeft op je dagelijks leven.
​
Het is normaal dat je lichaam met stress reageert op een bedreigende situatie. Dat is niet erg, zolang de reactie binnen enkele minuten afneemt. Het zorgt er onder andere voor dat we emotionele ervaringen beter onthouden. Dat wil zeggen dat als je iets meemaakt waarbij je een sterke emotie voelt, je geheugen dit extra goed opslaat. Daardoor kunnen we in de toekomst gevaarlijke situaties vermijden die ooit veel angst in onze hersenen veroorzaakten.
​
Daarbij is het goed om te begrijpen dat onze hersenen situaties vaak als bedreigender zien dan ze echt zijn. Ooit leefden we namelijk in een omgeving waar geritsel in de bosjes kon betekenen dat er een hongerig beest in de buurt was. Onze leefomgeving is nu veranderd, maar ons brein reageert nog steeds op dezelfde manier. Daardoor kan je brein een moeilijke toets of plagende medeleerlingen als een groot alarmsignaal labelen, terwijl je helemaal niet in levensgevaar bent. Je lichaam wordt dan – onnodig – voorbereid op vechten, vluchten of bevriezen. Ons leven zit dus vol situaties die een lichamelijke stressreactie kunnen opwekken. Chronische stress ligt dan op de loer.
Bron: https://assets.ncj.nl/
Wat is stress? Duur: 3m33
​
-
Hoe merk je dat jij stress hebt?
-
Waaraan merk je op je school dat leerlingen last hebben van stress?
-
Waaraan merk je op je school dat ouders last hebben van stress?
​
Gebruik hiervoor de kijkwijzer: ik heb stress
Je kunt je leerling helpen stil te staan bij zijn stressmomenten:
-
wat gaat er in mijn lichaam om?
-
wat doe ik als ik stress heb?
Stress wordt pas een probleem als het chronisch (langdurig) optreedt.
Chronische stress leidt tot overgevoeligheid en moeilijkheden bij het verwerken van gebeurtenissen. Als gebeurtenissen niet goed verwerkt worden, herbeleven we emotioneel als het ware steeds opnieuw deze gebeurtenis en kan dit tot een trauma leiden. Bij nieuwe stresssituaties reageren we vanuit onze vroegere ervaringen met de emoties die toen aanwezig waren. Pas als we ons hiervan bewust zijn, kunnen we werken aan het aanleren van nieuw gedrag om met stress om te gaan.
Gebruik deze kijkwijzer om het verschil tussen een gewone stressreactie en PTSS te herkennen
​​
Chronische stress heeft een impact op de ontwikkeling van de hersenen. Energie die jonge kinderen voor hun ontwikkeling nodig hebben, gaat naar stressregulatie. Hierdoor lopen jonge kinderen vaak vertraging op in hun ontwikkeling.
Duur 2min18 - Bekijk het beeldfragment: impact van stress op de ontwikkeling van de hersenen.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
-
​​Wat doet stress met een baby?
-
Welke gevolgen heeft dit voor het opgroeiend kind?
Als de gevolgen voor de ontwikkeling zo groot zijn, is het niet verwonderlijk dat chronische stress en leren niet zo goed samen gaan. De impact van chronische stress op het leervermogen van je leerlingen is enorm.
Jacob Ham spreekt van een lerend brein en een overlevingsbrein. Een lerend brein is klaar om nieuwe dingen op te nemen, terwijl een overlevingsbrein vooral bezig is met het anticiperen op bedreigende situaties.
​
Duur 4min58
​
​
Bekijk het beeldfragment over de
impact van chronische stress op
het leervermogen van je leerlingen.
​
-
​Wat herken jij bij jezelf? In welke situaties schiet
jij in je overlevingsbrein?
-
Wat herken je bij je leerlingen?
Gebruik de handige kijkwijzer!
​
En de cirkel is rond. Chronische stress leidt tot een situatie waarin leerlingen steeds opnieuw stress ervaren. Het is moeilijk je te ontspannen wanneer overal gevaar dreigt. Dit heeft impact op het psychosociaal welzijn van je leerlingen. PTSS is verdwijnt niet zomaar, dat kan betekenen dat je dit als volwassene meedraagt.
Bekijk het beeldfragment: Duur 8min14
​
​
-
Welke impact hebben ouders die veel stress ervaren op de opvoeding van hun kinderen?
Hoe merk je dat jij stress hebt? -
Waaraan merk je op je school dat leerlingen last hebben van stress?
-
Waaraan merk je op je school dat ouders last hebben van stress?
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Schaamte ontneemt een persoon zijn gevoel van eigenwaarde. Vaak gaat schaamte gepaard met een schuldgevoel. Men voelt zich schuldig omdat men niet aan de verwachtingen van anderen kan voldoen. Bijvoorbeeld: Een ouder voelt zich schuldig omdat door een financieel tekort zijn kinderen niet kunnen deelnemen aan buitenschoolse sportactiviteiten.
​
Psychiater Louis Tas over schaamte: “Het idee dat je in de ogen van een ander waardeloos bent en dat je die ander daar volkomen gelijk in geeft. Dat is de essentie van schaamte. Iedereen kent het gevoel: een pijnlijke, negatieve en zelfbewuste emotie. Je voelt je minderwaardig en je voelt je uitgesloten. Je wilt door de grond zakken om de blik van de ander te vermijden. Het is de blik die je confronteert met de waardeloze persoon die je bent. Taboe, schaamte en stress gaan vaak samen: men wil kost wat kost vermijden dat een taboe geopenbaard wordt. Een taboe geheim houden gaat gepaard met heel wat stress en schaamte mocht het toch 'uit de kast' komen.
​
Schaamte zorgt ervoor dat groepsleden zich gedragen naar de wensen van hun groep of de groep waartoe ze willen behoren. Een lid dat de groepsregels overtreedt, wordt veroordeeld door de andere groepsleden. Met het mechanisme van schaamte veroordeelt het groepslid echter ook zichzelf (internalisatie)”.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Opgroeien in stress heeft heel wat gevolgen. Deze kinderen hebben meer lichamelijke problemen en meer auto-immuniteit problemen (energie gaat naar stressregulatie i.p.v. opbouw van immuniteitssysteem). Ook op cognitief en psychosociaal vlak ervaren zij meer emotionele problemen, psychische problemen, cognitieve stoornissen, gedragsstoornissen,...
​​
In reactie op dreiging of gevaar zet je systeem automatisch overlevingsreacties in: vechten, vluchten, bevriezen of pleasen. Het doel van die reacties is: jou helpen te overleven. Hoe jouw systeem op dreiging reageert, kun je niet bewust sturen of voorspellen. Het verschilt per situatie en persoon. (Bron: Traumanet.nl)
​
Deze reacties brengen heel wat emoties los. Hoe je met die emoties en omgaat noemt men copingsmechanismen. Kinderen ontwikkelen van jongs af aan copingsmechanismen om met hun problemen om te aan. Net als de lichamelijke reacties op stress, is het cognitief en gedragsmatig omgaan met spanningen een onbewust proces.
​
​​Hoe iemand reageert op een stressvolle situatie wordt niet of nauwelijks bepaald door de aard van het probleem, maar veel meer door iemands copingsmechanisme.
​Afhankelijk van iemands copingsmechanise kan een persoon kiezen uit verschillende manieren (coping mechanismen) om een probleem aan te pakken. Die coping strategie kan in de loop van de tijd veranderen en is gebonden aan de sociale context waarin iemand zich bevindt.
​
​
​
​
​
​
​
​
​​​​​
​
​
​
​
​
Neem je leerlingenlijst erbij en gebruik de volgende wijzer om te kijken hoe zij met stress omgaan:
-
Hoe gaan je leerlingen met bepaalde emoties of spanningen om?
-
Hoe reageer jij meestal?
Er bestaan verschillende mechanismen, maar ze zijn niet allemaal efficiënt op langere termijn. Dit betekent concreet dat jij, je leerlingen en ouders soms gedrag stellen dat niet aangenaam of maatschappelijk aanvaard is. Dit is het gevolg van de omgang met stress.
​
​
Als je in goede gezondheid wil zijn, is het belangrijk dat je draagkracht en draaglast in balans zijn.
​
Wanneer dit het geval is, kun je namelijk prima omgaan met stress, heb je te maken met gezonde spanning en kun je wat er om je heen gebeurt en wat er van je wordt gevraagd prima uitvoeren.
​
Het balansmodel van Bakker uit 1998 geeft een overzicht van het samenspel van beschermende en risicofactoren voor de ontwikkeling van een kind op drie niveaus.
​
In het balansmodel van Bakker staat het zoeken naar een balans tussen draaglast en draagkracht centraal. Doorheen heel zijn leven komt een individu in aanraking met bepaalde risicofactoren. Dit zijn factoren waarvan door wetenschappelijk onderzoek is bewezen dat het de mogelijkheid op het zich voordoen van problemen of stoornissen bij een individu betekenisvol doet toenemen. Zo kan weinig sociale steun een risicofactor zijn in een gezin. Daarnaast kan er ook sprake zijn van een protectieve of beschermende factor. Dit is een factor waarvan is bewezen dat het de mogelijkheid op het bestaan van problemen of stoornissen bij een individu betekenisvol doet afnemen. Een goede huisvesting kan dan bijvoorbeeld een beschermende factor zijn. Deze factoren kunnen voorkomen binnen kind-, opvoeder-, opvoedings-, gezins- of omgevingskenmerken.
Als er één risicofactor aanwezig is, is er een kleine kans op problemen. Hoe hoger echter het aantal risicofactoren zich opstapelt, hoe meer kans op problemen en hoe lager de kwaliteit van het ouderlijk handelen kan zijn. Het beschadigen van deze kwaliteit begint bij de aanwezigheid van één risicofactor en neemt dan geleidelijk toe wanneer er zich meer risicofactoren voordoen.
Om het samenspel van risico- en protectieve factoren beter te kunnen begrijpen, werden de begrippen draaglast en draagkracht geïntroduceerd.
Draagkracht wordt omschreven als de verzameling van vaardigheden en protectieve factoren waarmee opvoeders en kinderen de draaglast aankunnen. Draaglast is de verzameling van taken die opvoeders en kinderen aan moeten kunnen. De cumulatie van dergelijke factoren en de verhouding tussen de risico- en protectieve factoren doen de balans van draagkracht en draaglast in evenwicht blijven of doorslaan.
Bron: www.expoo.be
​
Opdracht: hoe ziet de balans van draagkracht eruit:
-
Voor jou?
-
Voor jouw leerlingen?
​
Hoe kun je dit balansmodel concreet toepassen?
De Hogeschool van Utrecht heeft aan de hand van het balansmodel een casus nader bekeken.
​
In gesprek met leerlingen en hun ouders helpt het om het balansmodel te visualiseren. Mehmet Yucel is transcultureel systeemtherapeut en bedacht een methode waarmee mensen kunnen laten zien hoe ze zich voelen, wat hun problemen zijn, maar ook wat hen helpt. Zijn therapeutische gespreks-blokkendoos laat je visualiseren, ordenen en voelen.
Duur: 8m08
​
Arlette Honkoop: "Een probleem wordt pas een probleem als jij dit ervan maakt. Wanneer je een probleem als een uitdaging gaat zien, verander je al je beeldvorming. De manier waarop je ergens tegen aankijkt, bepaalt dus jouw manier van handelen.
​
Door datgene waar je last van hebt aan te pakken, vergroot je al je cirkel van invloed. Je gaat stappen zetten om het op te lossen.
Om zaken aan te kunnen pakken, heb je vaardigheden als overtuigen, omgaan met kritiek, zelfkennis, en zelfvertrouwen nodig.
​
Je cirkel van invloed kun je ook verkleinen. Wanneer een situatie uitzichtloos lijkt en je geen mogelijkheden meer ziet om invloed uit te oefenen of de controle te houden, dan moet je dat accepteren. Soms zijn dingen gewoon zoals ze zijn.
Je cirkel verkleinen betekent: zorgen voor een situatie waarin het probleem niet bestaat. Bijv. je vindt je juf of meneer niet zo aardig, maar je weet dat je desbetreffend jaar wel bij haar of hem in de klas zit. Je kunt de juf of meneer niet veranderen, maar wel de manier waarop jij zelf met haar of hem omgaat."
Met deze cirkel van invloed kun je met leerlingen bekijken waar zij invloed op hebben en waarop niet. Dit helpt je leerlingen om stress te verminderen en hun draagkracht te vergroten.
Bron en meer info: https://www.onderwijscoaching.net/jouw-invloed-of-controle
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Stressreductie is de eerste stap die gedragsverandering mogelijk maakt. Stressreductie begint met stresssymptomen te herkennen.
​
Kinder- en jeugdpsychiater Eva Kestens. “Ons brein heeft rustmomenten nodig, om daarna beter te leren.”
Klik op de afbeelding om het artikel te lezen.
​
​
Wat gebeurt er in mijn lichaam als ik stress heb? Wat doe ik als ik stress heb?
Hanteer hiervoor de kijkwijzer: ik heb stress
​
-
Lichaamsoefeningen zoals yoga helpen je om je bewust te worden hoe je lichaam (aan)voelt. Als ik gespannen ben, gaat mijn ademhaling sneller, slaat mijn hart sneller, … Als ik ontspannen ben, voel ik dit aan mijn lichaam.
-
Als ik gespannen ben, dan eet ik meer chocolade, dan ga ik meer praten, … Als ik ontspannen ben, heb ik hier minder behoefte aan.
Als je weet wat je stress bezorgd en hoe je lichaam en brein reageert onder stress, kan je gemakkelijker methodieken aanleren om tot gedragsverandering te komen.
​
​







Tip
Transgenerationeel trauma is de overdracht van emotionele, fysieke of sociale pijn van een persoon naar zijn of haar nakomelingen. Het gaat veel dieper dan aangeleerd gedrag. We hebben het over epigenetica. Dat slaat op hoe invloeden uit de omgeving de uiting van bepaalde genen kunnen veranderen. Meer hierover kan je lezen (5m voor korte inhoud) of luister (Duur 47m27) naar de lezing van Prof. Van den Bergh op de dialoogdag 'Groeien naar ouderschap' van 17 juni 2016.
​
​
​
​
​
​




In het boek ‘Emotionel Poverty’ haalt Ruby Payne 3 belangrijke dingen aan:
1 Je emotioneel goed voelen is gebaseerd op twee dingen: veiligheid en verbondenheid. Dus als we met iemand onenigheid krijgen, denken we dat onze veiligheid of verbondenheid in gevaar zijn.
2 Emoties zijn snel, ze zijn zeer snel! 200 tot 5000 keer sneller dan je gedachten.
Als een student tegen je zegt “ik weet niet wat er is gebeurd, het gebeurde gewoon”. Vertellen ze je de waarheid.
3 Je emotionele realiteit heeft vorm gekregen tegen de tijd dat je drie jaar bent. Veel onderzoekers geloven dat de hersenen sterk opgebouwd is tegen de tijd dat je zes bent.
Je emotionele wereld is er eerder dan je taal, dus je handelt er zelfs naar hoewel je niet weet waarom.
Tip
​
Duur 1u24m40
​
Coen Simon is filosoof en onderzoekt het thema schaamte. Heleen Terwijn is psycholoog die prijzen won met publicaties over het onderwerp schaamte. In dit panelgesprek wordt nagedacht over de maatschappelijke functie van schaamte en de impact van schaamte op je zelfbeeld.






