Dit is een paragraaf. Klik hier om je eigen tekst toe te voegen.
Warme relatie
Vroeger stond het onderwijs niet zo stil bij de relatie die ze hadden met hun leerlingen en hun ouders. Hun enige doel was immers kennis overdragen aan de volgende generatie leerlingen. Onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen zich het best ontwikkelen en leren in een veilige, gestructureerde en tegelijk uitdagende omgeving die volwassenen hun bieden. Relaties met ouders en leerkrachten bepalen hun groei. Tegelijk leren ze hoe ze relaties met andere kinderen aangaan, hoe ze leren samenleven en samenwerken.
​
Een warme relatie is een belangrijke voorwaarde voor kinderen om tot leren te kunnen komen. Kinderen waar je, als leerkracht, geen goede relatie mee hebt, komen minder tot leren toe. Wie zich goed in zijn vel voelt, durft experimenteren en zijn talenten ontdekken.
Langdurig leven of opgroeien in armoede brengt heel wat hindernissen met zich mee voor leerlingen en hun ouders om warme relaties aan te gaan. Inzicht in deze hindernissen helpt om gericht te handelen.
Hindernissen bij het aangaan van warme relaties bij leerlingen die armoede opgroeien
​
Opgroeien in armoede heeft een enorme impact op de ontwikkeling van kinderen en dat gaat gepaard met heel wat gevoelens. Zo leiden taboe – schaamte - schuldgevoel - verdriet - boosheid tot stress en traumatische ervaringen bij kinderen.

Focussen op een warme relatie werkt stress reducerend:
Je kunt het stressniveau van leerlingen naar beneden halen door warme relaties aan te gaan. Kinderen in armoede ervaren voortdurende spanning (stress) waardoor hun ontwikkeling en hechting bedreigd wordt. Leraren spelen voor die kinderen een compenserende rol als ze aandacht hebben voor een warme relatie en een veilige hechting.
Ook teruggetrokken kinderen: een kind dat niet praat, verlegen of taalzwak is, is een kind waar je geen band mee hebt omdat hij geen aandacht vraagt.
Met wie heb ik een warme relatie?
1. Noteer met welke persoon uit je omgeving je een warme relatie hebt. Aan wat merk je dat?
2. Noteer met welk kind in je klas heb je een warme relatie? Aan wat merk je dat?
3. Wat zijn overeenkomsten? Wat zijn verschillen? ​
​
Intuïtieve warme verbindingen zijn kenmerkend voor personen in onze vrije tijd, met deze persoon tijd doorbrengen voelt goed. Wanneer een verbinding niet goed zit, lopen we fysiek en relationeel weg van die persoon, we nemen afstand.
​
4 . Als ge er niet in slaagt om intuïtief verbinding te maken, welke tools te gaan zet jij dan in?
​
In een professionele relatie kan niet fysiek weglopen maar we nemen wel relationeel afstand. We zetten een aantal copingsmechanismen in om met de situatie te kunnen omgaan. We besteden (onbewust) minder aandacht aan die persoon.
​
In de klas merken we een relationele afstand als we als professional:
- Minder spreekkansen geven aan bepaalde kinderen.
- Lagere verwachtingen stellen
- Kinderen negeren door ze vanachter in de klas te zetten, naar buiten sturen (naar directie of zorgco), negeren, laten doen...
​
Willen we, als professional, het riskeren om onze verbinding met de kinderen te verliezen?
​
5. Wat zijn de voordelen van een warme relatie?
6. Wat is er nodig voor het kind om een warme relatie aan te gaan? Wat is er nodig voor mij?
​
Wat ik doe als professional, zeg, uitstraal… wordt niet noodzakelijk als veilig ervaren door het kind. Kinderen verschillen van volwassenen, van jou, van hun ouders… Kinderen verschillen onderling.
​​​​​
We moeten een aantal fases bewust moeten inbouwen. Bewuster nadenken over strategie en tools die we inzetten
​
​
​
​​​
​
​​
Elke klas bestaat uit verschillende kinderen. Een leerkracht moet zijn kinderen eerst leren kennen om goed les te kunnen geven:
​
- Leefwereld: in welke omstandigheden groeit je leerling op? Dit is de buitenkant van het kind.
- Beleefwereld: hoe het kind zich hierbij? Dit is de binnenkant van het kind.
- Ontwikkelingspsychologie: waar staat het kind in zijn ontwikkeling?
- Identiteit: welke deel-identiteiten heeft je leerling?
- Cognitieve stijl: op welke manier denkt je leerling, verwerkt hij informatie en lost hij zijn problemen op?
​
​
​
​​Psycholoog Eric Jensen legt uit op waarom het belangrijk is om je leerlingen goed te leren kennen en op welke manieren je dit kan doen.
​
​
​
​
KO en LO - Dit Ben Ik In Brussel
wil de diversiteit van jonge kinderen in de klas zichtbaar en bespreekbaar maken. Vijf kinderen vertellen
over hun dagdagelijks leven. Wat betekent opgroeien in een grootstad voor hen?
​
Door meer erkenning te geven aan de sociaal-culturele bagage van de kinderen in de grootstad, geeft
de organisatie hun meervoudige identiteiten te ontdekken. Dit bevordert hun groei in een positief zelfbeeld.
​
​
​
SO: Cross-the-line
Een oefening om je leerlingen
beter te leren kennen!
Je kunt deze oefening aanpassen aan elk
type onderwijs.
Koppel aan elke stelling een gesprek
zodat de oefening meer diepgang krijgt.
​
​​
Je kunt deze oefening ook in kleine
groepjes doen aan een tafel met pionnen.
Deelnemers verzetten hun pion als
de stelling op hen van toepassing is.
​
​
Kijklijst Ouder: Laat de ouder deze
kijklijst over zijn kind invullen.
Zie jij dezelfde dingen? Hoe zou dat komen?
Spreekstof verzekerd op het oudercontact!
​
​

Duur: 23m55




Kinderen die in een kwetsbare situatie opgroeien, maken thuis soms al allerlei dingen mee nog voor ze schoolpoort bereiken. Deze ervaringen hebben een impact op hoe zij zich voelen en hoe zij zich gedragen in de klas.
Voor kinderen is het belangrijk om te weten dat ze bij je terecht kunnen als er iets is, wat dan ook. Ze vinden het belangrijk om gezien te worden en dat begint bij de klasdeur.
​
Dat jij even stil staat bij hoe je als leerkracht en als mens er bij zit, is even belangrijk. Jouw emoties beïnvloeden namelijk je kijk en je functioneren.
Het belang van Check in:
- Wie zijn de kinderen in je klas? Als je je kinderen goed kent, kun je aan de hand van hun gedrag voorspellen hoe hun dag eruit gaat zien. Veranderingen in gedrag zijn indicators dat het niet goed (of juist buitengewoon goed) gaat met je kind in de klas.
- Hoe zitten je leerlingen er vandaag bij? De Check in is de voorspeller voor de kwaliteit en de intensiteit van de dag. Een Check is een uitwisseling, we maken contact met elkaar: "hoe gaat het ermee?". Door de dag heen zijn er verschillende momenten waarbij het kind stress ervaart en copingsgedrag stelt.
- Hoe zit jij, er als leerkracht en er als mens, vandaag bij?
​
​
duur 39 sec
​
​
​
​
​
​
​
​
​
duur 5m36
​
​
​
​
​
​
​
​
SO Check in
duur 1m39
​
​
LO: Zien in de klas - Hoe gaat het met je?
Laat leerlingen regelmatig dit document invullen. Het geeft je inzicht hoe het met hen gaat en waar jij, als leerkracht op kan inspelen.
Klik op de afbeelding voor document

Probleemgedrag wordt vaak als een persoonlijk gedragsprobleem gedefinieerd i.p.v. als een gevolg van chronische stress of negatieve gevoelens ten gevolge van armoede. "Ik heb het gevoel dat ik niet gehoord word, dat ik niet ernstig genomen wordt, dat ik geen controle over mijn eigen leven heb en geen inspraak heb in beslissingen die over mij, als leerling, aangaan."
​
Het ijsbergmodel van McClelland laat zien hoe je als leraar achter het gedrag kunt kijken en hoe gedragsverandering gerealiseerd kan worden.
​
Dit model is opgezet om beter te kunnen begrijpen hoe het nou precies werkt met al deze bewuste en onbewuste aspecten van de mens.
​
In deze theorie worden mensen vergeleken met een ijsberg. Het zichtbare gedrag bevindt zich in het topje van de berg en het grootste gedeelte is onzichtbaar, onderwater.
De componenten onder de waterlijn, zoals overtuigingen, normen en waarden, hebben direct invloed op het gedrag van de mens. Voor veranderingen in het gedrag, is het van belang om de aandacht te richten op de items onder de waterlijn. Het gebied van het onuitgesprokene, het onzichtbare en het onbewuste.
​
Op de volgende website kan je zien hoe je dit model concreet kunt hanteren op de klasvloer.
Zowel voor boven als onder de waterlijn vind je verdiepende vragen terug die je jezelf of leerlingen kan stellen. Ze helpen om inzicht te geven in wat jou of je leerlingen doet bewegen.
​
Kijken naar gedrag begint met observeren. Een valkuil bij observeren is wat je ziet meteen gaan interpreteren. Als je wil kijken naar wat er achter gedrag zit, is in dialoog gaan met je leerling een noodzakelijke stap.
​
Hoe word je beter in scherp en oordeelloos waarnemen (zonder te interpreteren)? We gaan observeren oefenen in dit artikel. Dat gaan we doen met behulp van zintuiglijke scherpzinnigheid, mindfulness en kalibratie. Dat zijn drie begrippen die bijzonder goed samengaan, dus we bundelen ze hier samen!


Emoties herkennen en onder woorden brengen is iets dat alle kinderen leren. Gevoelens leren herkennen en benoemen zijn voor leerlingen die opgroeien in een stressvolle situatie is dit een extra moeilijke opdracht. Er gaat van alles door hun hoofd en dat maakt het heel verwarrend.
​
​
​
​
​
Door in te dialoog te gaan, leer je je leerlingen reflecteren over zichzelf en hun gevoelens. Je krijgt inzicht over hoe je leerling zich voelt en denkt over zichzelf, de anderen en zijn ervaringen. Je kunt patronen ontdekken die duiden op onzekerheid, angst, mindset...
Als leerkracht kun je gerichter inspelen op het welbevinden van je leerlingen. ​
​​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​


Vindt je leerling het lastig om gevoelens te benoemen? Gebruik dan deze gevoelskaart!
​
​
​
​
Op de volgende website zie je hoe je het wiel van gevoelens in de praktijk kan gebruiken.
Tips
Het volgend document van https://nlpro-training.com/ geeft je inzichten in onze basisemoties.
​
Blob helpt je leerlingen, zonder woorden, aan te geven hoe zij zich voelen. Uiteraard kan je hier een gesprekje aan koppelen als je leerling dat wenst.
Kinderboeken over emoties en gebeurtenissen. De verhalen zorgen voor bij jonge kinderen voor herkenning en troost.
​

Er zijn vijf emotionele basisbehoeften. De mate waarin ze zijn vervuld, bepaalt hoe goed kinderen zich in hun vel voelen.
​
Klassikale of individuele gevoelsmeters bieden de gelegenheid om bij gevoelens stil te staan. Koppel hier steeds een gesprekje aan, zo geef je taal aan gevoel. Kinderen die opgroeien in een thuisomgeving waar weinig over emoties gesproken wordt, hebben hier extra baat bij. Zij leren hun emoties letterlijk taal geven.
​


Mindset is het Engelse woord voor ‘overtuiging’. Het staat voor de manier waarop kinderen (en volwassenen!) denken over zichzelf en in het bijzonder over hun intelligentie en kwaliteiten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een vaste (fixed) mindset en een groeimindset.
​
Mensen met een vaste mindset geloven dat je geboren bent met bepaalde capaciteiten of competenties en mensen met een groei mindset hebben de overtuiging dat je hieraan kunt werken en in groeien.
​
De verschillende mindsets een grote invloed hebben op de mogelijkheid van mensen om te leren. Het is dus van groot belang om naar je leerlingen te kijken vanuit een groeimindset.
​
Net als jij hebben ook je leerlingen een vast, groei of mixed mindset. Jij kunt hen helpen door anders over zichzelf te denken. Hierdoor versterk je hun zelfvertrouwen.
​

Aan de hand van experimenten met kinderen legt de Amerikaanse psychologe Carol Dweck het verband tussen mindset en faalangst bloot.
​
Duur: 3m28 (Bron Eldurado)





Duur: 9m57
Deze reportage toont het belang van een goede relatie tussen leerling en leerkracht en het belang van de verwachting van de leerkracht naar de leerling toe.
​
Als leerkracht hebben we meer impact dan we denken.
Als je kijkt naar wat er achter het gedrag van leerlingen zit, is het logisch dat je ook kijkt naar wat er zich afspeelt bij je eigen gedrag naar leerlingen toe. Verwachtingen hebben en mindset b.v. zijn er twee van.
Als een leerkracht hoge verwachtingen heeft van bepaalde leerlingen, dan komt dat hun leerprestaties en ontwikkeling ten goede. Omgekeerd hebben lage leerkrachtverwachtingen een negatief effect op leerprestaties. Het onderzoek is op dat vlak eenduidig, maar hoe werkt dat precies?
Het pygmalion-effect, ook wel het Rosenthal-effect (en aansluit bij selffulfilling prophecy), houdt in dat leraren, soms onbewust, verwachtingen hebben van bepaalde leerlingen.
Van leerlingen die in armoede opgroeien hebben leerkrachten doorgaans lage verwachtingen. Dat is niet altijd zo verwonderlijk; deze leerlingen hebben mogelijks een vertraagde ontwikkeling en scoren minder goed op toetsen. Zij hebben aangepaste ondersteuning nodig die ze vaak niet (genoeg) krijgen.
​
​​​​Bij het Rosenthal-effect sturen de verwachtingen impliciet de prestaties van leerlingen.
De sturing kan ook in positieve zin werken: jongeren willen beantwoorden aan verwachtingen van de leerkrachten. Hoe je de lat legt, hoer de leerlingen hun best doen. Hoe lager je ze legt, hoe meer ze beseffen dat het er niet toe doet. Dat zijzelf er niet toe doen.
De sturing in negatieve zin wordt ook wel het Golem-effect genoemd.
​
De verwachtingen van leraren zijn dus essentieel voor de prestaties van leerlingen.
Hoe lager het zelfbeeld van leerlingen, hoe groter de impact van deze lage verwachtingen.
​​
Leerlingen met een gezond zelfvertrouwen zullen in eerste instantie niet bijzonder veel lijden onder de lage verwachtingen die hun leerkracht in hen heeft. Als zij lange tijd geconfronteerd worden met deze lage verwachtingen, zullen zij minder in zichzelf geloven (mag ik er zijn en kan ik het?) en toch lager presteren.
De zelfeffectiviteit bepaalt hoe goed of minder goed de leerling de taak uitvoert. Dit is na te gaan door voor een taak te kijken hoe leerlingen zichzelf inschatten. Wie inschat dat het wel zal lukken (vaak op basis van eerdere ervaringen), zal meer doorzetten. Wie twijfelt voor de start zal eerder falen en niet doorzetten. Hier heb je als leerkracht impact op. Zorg voor succeservaringen door niet de lat te laag te leggen maar door de nodige ondersteuning te bieden om de lat te bereiken.
​
Omdat we ons niet altijd bewust zijn van de verwachtingen die we van leerlingen hebben, is het belangrijk om hier regelmatig bij stil te staan. Het maken van een zogenoemde ‘verwachtingenfoto’ helpt om je eigen verwachtingen van de leerlingen in je klas te expliciteren en visualiseren.
​
Hoe weet jij als leerkracht welke verwachtingen je stelt? Neem er even deze kijkwijzer bij.


In het volgend beeldfragment horen we Ides Nicaise hierover aan het woord. Duur: bekijk tot 3m25

De verwachtingen die je als leerkracht (vaak onbewust) van leerlingen hebt, kunnen de leerprestaties beïnvloeden, zowel negatief als positief. Met deze aanbevelingen haal je het beste uit al je leerlingen.
​

Leerlingen hebben belangrijke informatie over de inhoud en beleving van het leerproces dat zij in het onderwijs ondergaan. Leerkrachten kunnen eigenlijk niet zonder die informatie, als zij onderwijs op maat willen geven en af willen stemmen op de leerlingen in hun groep.
Het voeren van (reflectie)gesprekken is daarbij een belangrijk middel om tot uitwisseling met leerlingen te komen. Zulke gesprekken kunnen voor leerkrachten ontdekkingstochten zijn door de ‘leerwereld’ van het kind.
​
Welbevinden speelt een grote rol om tot leren te kunnen komen. Armoede heeft een impact op het leerproces en prestaties van leerlingen die opgroeien in armoede en stressvolle situaties. Neem daarom beleving steeds mee in het kindgesprek.


Een klas vandaag is een diverse klas en die diversiteit is breed: verschillen in gender, sociale afkomst, taal, leervermogen, motivatie, sociale uitdagingen...
​
Alle kinderen in je klas zijn mogelijks de eerste generatie mensen in armoede.
We hebben als mens verschillende identiteiten. Deze identiteiten krijgen vorm van kinds af aan. Als ouder en leraar stellen we verwachtingen naar onze kinderen. Kinderen proberen vaak aan deze verwachtingen te voldoen. Ze willen immers graag gezien worden. Als de verlangens van de kinderen en de verwachtingen van de maatschappij niet overeenkomen, bezorgt hun dat stress. Ze zoeken spontaan manieren om hier mee om te gaan (copingsgedrag). Soms worden ze ziek, vertonen ze 'lastig' gedrag, of trekken ze zich juist terug. Wie niet goed in zijn vel zit, mist kansen om zich te ontplooien maar ook leerkansen. Als leraar en school, kun jij oog hebben voor het welzijn van je kinderen en daar hoort je kijk op diversiteit bij.
Diversiteit betekent ook een beetje anders dan de anderen. Dit beetje anders, kan in een onveilige klas- of thuisklimaat ervoor zorgen dat ze zich in situaties bevinden die stress veroorzaken. Jouw kijk op diversiteit bepaalt mee hoe veilig een klasklimaat is voor de ontwikkeling van al deze deelidentiteiten.
​
We weten allemaal dat wie zich niet goed in zijn vel voelt, minder tot leren komt. Wie minder tot leren komt, heeft meer kans om zonder diploma de schoolbanken te verlaten. Zonder diploma worden de kansen op een goed job kleiner. En wat misschien nog belangrijker is: deze leerlingen groeien op met een gevoel dat ze zich zichzelf niet mogen zijn en dat ze er niet toe doen. Dit heeft een enorme impact op hun sociaal-emotioneel functioneren. Elementen die belangrijk zijn voor een geslaagd maatschappelijk leven.​
​
Kinderen met chronische stress lopen verloren in hun gevoelswereld en dat heeft gevolgen op de manier waarop zij relaties aan gaan.
Hoe proberen jullie aan de relatie met jullie leerlingen te werken? Er zijn heel wat dingen die je daarvoor kun doen.
​
Als leerkracht kan je de relatie verbeteren die leerlingen hebben:
-
met zichzelf;
-
met medeleerlingen;
-
met jou, de leerkracht;
-
met de klasomgeving;
-
met de leeromgeving;
-
met externe partners.
​
Vul op het forum aan wat jullie zouden kunnen doen om de verschillende relaties met jullie leerlingen te verbeteren.
​
Gebruik het document '101 interventies als het sociaal- moeilijk gaat' ter inspiratie.
​​

-
Hoe beïnvloedt het model van McClelland mijn kijk op het gedrag van leerlingen?
-
Hoe kan ik mijn kijk op leerlingen bijsturen?
